Schaterlachend zit ik in het oefenbos met een groepje geredde Chimpansees. Het zijn allemaal kleuters en allemaal hooligans. Door het dolle heen klimmen ze in bomen en laten zichzelf met een donderend geraas er weer uit vallen. Regelmatig landden ze ondersteboven met hun hoofd tegen een boomstronk (auw!) of bovenop mij.
Een moment van vreugde verdrijft honderd zorgen (Confucius)
Het was heerlijk om af en toe keihard te lachen. In het Tacugama Chimpanzee Sanctuary in Sierra Leone wordt je namelijk continu geconfronteerd met de harde realiteit en daar word je niet altijd vrolijk van. Zoveel jonge verweesde chimpansees om je heen, die –ondanks dat ze uitstekend verzorgd worden in Tacugama -eigenlijk gewoon bij hun familie in het wild horen te zijn. Na een oefenbos sessie met de kleuters kon ik er de rest van de dag weer tegenaan.
Nood breekt wet
In elk goed opvangcentrum heb je zo min mogelijk contact met geredde wilde dieren. Veiligheid en het niet overbrengen van ziekten aan elkaar staan voorop. Bovendien moeten de dieren leren met elkaar te leven en daarom is zo min mogelijk interactie met mensen belangrijk. Dit is ook het beleid van Tacugama Chimpanzee Sanctuary waar ik in november van 2018 een maand werkte. Het opvangcentrum vangt verweesde chimpansees op die in eerste instantie allemaal worden verzorgd door baby verzorgster en ‘ surrogaat-moeder’ Mama Posse en haar assistente. De verzorging is bijzonder intensief. Jonge chimpansees brengen namelijk in het wild de eerste jaren van hun leven heel dichtbij hun moeder door. Ze krijgen de borst tot ze 4 jaar zijn en blijven bij de moeder tot hun 9e of soms zelfs 14e jaar.
En zo zag ik Mama Posse de eerste dagen van mijn verblijf in Tacugama rondlopen. Met baby chimpansees aan haar vast geklampt. Een op haar rug, twee op haar heupen en soms ook nog een op haar borst.
Totdat zij ziek werd en er tot overmaat van ramp nog een geredde baby werd binnen gebracht in het centrum.
Van de emotionele binnenkomst van Fifo maakte ik onderstaand filmpje
Fifo was in november 2018 de negende baby die dat jaar was gered. Heel erg verontrustend, want de jaren ervoor kwamen er hooguit 1 of twee babies per jaar binnen. Fifo had net als de andere babies 24/7 verzorging nodig en assistente van Mama Posse had haar handen al vol aan de andere jonge dieren. En zo begon ik aan een taak, die normaal gesproken door de vaste –lokale- medewerkers wordt gedaan: de verzorging van een baby chimpansee.
Bush-meat
Fifo kwam van een boer uit het Bo District in Sierra Leone. Honden hadden een groep chimpansees weggejaagd van het terrein van de boer en van schrik had de moeder chimpansee haar baby achtergelaten, aldus de boer.
Complete waanzin natuurlijk, want geen enkele moeder laat haar kind achter en al helemaal niet voor het geblaf van een paar honden. Het is meer waarschijnlijk dat de groep is afgeslacht om op te eten – er wordt nog veel vlees van wilde dieren oftewel ‘bush-meat’ gegeten in West Afrika – en de baby te verkopen.

Poep, zweet en tranen
Op elke beweging die ik maakte reageerde Fifo meteen. Voor een groot deel van de dag zat ze aan me vastgeklampt, maar af en toe trok ze de stoute schoenen aan en klom ze omhoog in een van de touwen in het verblijf waar we samen inzaten. Tot ik mijn voet bewoog of even het zweet van mijn voorhoofd veegde – het was behoorlijk heet met mijn pak, handschoenen en masker op in de quarantaine – want dan wist ze niet hoe snel ze weer naar me terug moest rennen. Maar Fifo was dapper en binnen twee weken klom ze al het hele verblijf door. Alles nog steeds binnen 1 meter afstand van mij. Als ik zelf ging lunchen of verrijking wilde maken voor de andere dieren, bracht ik Fifo naar een klein verblijf gevuld met dekens, waar ze kon gaan slapen.
Dat ging niet zonder protest, kan ik je vertellen. Luid krijsend en met alle vier haar handen en voeten aan me vast worstelde ze eerst een minuut of tien voordat ik haar in het verblijf kreeg.
De volgende worsteling begon als ik haar weer uit het ‘ slaapverblijf’ haalde. Dan moest Fifo namelijk worden verschoond. En een luier omdoen bij een dier dat ook haar voeten als handen gebruikt is een hele klus. Binnen 1 seconde had ze de pamper weer van haar afgerukt of zat ie achterstevoren of aan haar hoofd vastgeplakt. En weer kon ik een liter zweet van mijn voorhoofd vegen.
De babies dragen luiers zodat ze niet hun slaapverblijf, zichzelf en hun verzorger bevuilen als je de dag met ze doorbrengt. Zodra de dieren door de quarantaine periode van drie maanden heen zijn, worden ze geïntroduceerd aan de andere jonge dieren – in een groter verblijf – en dan zijn de luiers verleden tijd. Ze hebben dan veel meer ruimte zodat ze zichzelf en hun slaapplaats minder vervuilen. Ook brengen ze dan meer tijd door met elkaar dan met een verzorger.
Tegen alle verwachtingen in was ik binnen een week kampioen luiers verschonen. Als baby zijn de dieren al behoorlijk sterk en kunnen ze tegen een stootje, dus ik nam Fifo gewoon in de houdgreep. De fles met melk die daarop volgde was altijd een mooie beloning, dus ik geloof niet dat ik haar met onze worsteling nog een trauma heb bezorgd 🙂

Oefenbos
Mama Posse was in de laatste week van mijn verblijf in Tacugama hersteld. Iedereen was dol blij dat ze er weer was, de jonge chimpansees in het bijzonder. Het betekende namelijk dat ze weer elke middag naar het oefenbos gingen. De allerjongsten moesten nog even wachten, het was een ‘les’ voor de kleuters vanaf ongeveer 2 jaar. Omdat Fifo ‘s middags altijd een dutje deed, hielp ik Mama Posse in het oefenbos.
Bepakt en gezakt met twee kleuters ‘ de man’ liepen we elke middag naar in het bos. Je hoefde niet bang te zijn dat ze weg zouden lopen, want ook kleuters brengen in het wild nog steeds dichtbij de moeder door. Je hoefde maar op te staan en alle kleuters hingen weer aan je been.
Mama Posse heb ik uiteraard aan mijn rijtje met helden toegevoegd. Diep respect heb ik voor haar werk.

Educatie en natuurbescherming
Ik heb genoeg redenen om weer terug te gaan naar Tacugama. Om kleine Fifo te zien – maar dan van een afstand – met haar nieuwe Tacugama Chimpansee familie. Maar ook om te kunnen verdiepen en bijdragen in het educatieprogramma voor jonge kinderen en het uitgebreide natuurbeschermingsprogramma van Tacugama.
Door de opvang van Fifo had ik hiervoor veel minder tijd dan gepland, lees hier ook mijn eerdere blog over mijn werk in Tacugama.
Maar wat ik ervan heb mee gekregen was indrukwekkend. In een volgende blog vertel ik hier graag meer over.