Wat doe je als je precies 1 maand de tijd hebt om 2 projecten voor een opvangcentrum voor Orang-Oetans in Borneo te voltooien? Dan ga je na 2 volle dagen reizen bij touchdown op Sintang, West-Kalimantan direct aan de slag!

Deze opdracht, op vrijwillige basis, is voor mij de kers op de taart van mijn jarenlange inzet als vrijwillig dierverzorger bij Stichting AAP en bij diverse wildlife rescue centers in het buitenland. Mijn opgedane kennis over enrichment en het schrijven van teksten – dat hoort bij mijn dagelijks werk als communicatieadviseur – waren voor Alexandra reden om mij te vragen om te komen helpen met het maken en uitwerken van een enrichmentplan en het schrijven van profielen van de 35 geredde orang-oetans. Een mooie opdracht en heel bijzonder, want er mogen eigenlijk geen vrijwilligers uit het buitenland helpen in dit opvangcentrum.

Hoe kwam ik in Sintang terecht?

Ik leerde Alexandra kennen via de Masarang Stichting van Willie Smits, waarvan ik het bestuur ondersteun. Alexandra woont al enkele jaren in Sintang en verzorgt voor het opvangcentrum de communicatie, fondsenwerving en capacity building. Haar vriend Dirk-Jan werkt voor de Masarang Stichting en ontwikkelt ter plaatse producten die uit het bos gewonnen kunnen worden, zonder het bos te beschadigen, zoals palmsuiker en palmolievrije zeep. En laat ik nu ‘toevallig’ die zeep vorig jaar naar Nederland hebben gehaald.

Touchdown Sintang

Project Borneo Orang-Oetans Deel 1 (1)

>> Op weg naar Sintang (© Rowena Goes Ape)

Nu reis ik regelmatig naar Azië, dus aan de lange vluchten en de manier van leven ben ik gelukkig wel gewend.

Het werd me al vrij snel duidelijk dat ik echt moest afreizen naar ‘the middle of nowhere”, want online bleek de vlucht naar Sintang niet te boeken. Dus moest ik dat telefonisch en per email met de vliegmaatschappij Garuda regelen.

Project Borneo Orang-Oetans Deel 1 (3) | Rowena Goes Ape

>> Vliegveld Sintang (© Rowena Goes Ape)

“Ik wacht op je bij Gate 3”, appte Alexandra me de dag voordat ik aankwam. Ik moest verschrikkelijk lachen toen ik na drie lange vluchten uiteindelijk landde op het kleinste vliegveld waar ik ooit ben geweest. Met, uiteraard, geen enkele gate en de meest ludieke bagageband – zie foto – die ik ooit heb gezien.

Project Borneo Orang-Oetans Deel 1 (2) | Rowena Goes Ape

>> Bagageband Sintang Airport (© Rowena Goes Ape)

Achterop de motor, mijn tassen tussen ons in gepropt, reden we direct naar het Orang-Oetan Rescue Center, waar ik een groot deel van de maand zou doorbrengen.

Aan de slag

Project Borneo Orang-Oetans Deel 1 (4) | Rowena Goes Ape

>> Bespreking met Alexandra (© Rowena Goes Ape)

We bespraken de eerste dag al tot diep in de nacht de projecten waar ik mee aan de slag zou gaan. Tussendoor zou ik Alexandra helpen met de voorbereidingen van de komst van een filmploeg van Warner Bros. International Television Production, die tijdens mijn verblijf samen met journalist en presentator Art Rooijakkers opnamen zouden komen maken van Alexandra en het opvangcentrum voor hun nieuwe programma “Helden van de Wildernis”.

‘Jam Karet’ oftewel elastische tijd

Met het schrijven van de profielen zou ik pas na twee weken kunnen starten. Om de geredde Orang-Oetans van dichtbij te observeren, moest ik eerst 14 dagen in quarantaine om uit te sluiten dat ik geen virussen en zo uit Nederland had meegenomen.

Alle tijd dus voor het uitwerken van het enrichment plan en het voorwerk voor de komst van Warner, die met een strakke planning in 7 dagen een hele aflevering moesten opnemen.

Nu is tijd een relatief begrip in Azië. Alles duurt ongeveer drie keer langer dan gepland. Zelf een pak koffie kopen in het stadje Sintang kost je gemiddeld een uur. Laat staan een ritje naar het oefenbos voor de jonge Orang-Oetans in Tembak, een dorp verderop. Dit ritje duurt normaal op de motor ongeveer 3 uur, maar een regenbui zorgt ervoor dat je er minimaal 7 uur over doet. Tot je knieën toe in de blubber. En het regende elke dag wel een keer. Dit was voor mij al heftig, met mijn planning, laat staan voor de filmploeg van Warner. Maar daarover in een volgende blog meer.

Het Sintang Orang-Oetan Center

Project Borneo Orang-Oetans Deel 1 (8) | Rowena Goes Ape

>> Baby Orang-Oetans in het SOC (© Rowena Goes Ape)

Het opvangcentrum voor geredde Orang-Oetans, de thuisbasis tijdens mijn verblijf , staat aan de rand van de stad Sintang. Hier worden ongeveer 20 baby en jonge Orang-Oetans opgevangen, gerehabiliteerd en weer klaar gemaakt voor een leven in de wildernis. In Tembak staat het andere opvangcentrum met ongeveer 15 Orang-Oetans. Dit opvangcentrum heeft ook een groot oefenbos van 2 hectare, waar de jonge dieren onder begeleiding van lokale verzorgers leren klimmen, nesten bouwen en zelf naar eten te zoeken.

Project Borneo Orang-Oetans Deel 1 (6-7) | Rowena Goes Ape

>> leven in het Sintang Orang-Oetan Center (© Rowena Goes Ape)

De meeste verzorgers werken maar wonen ook in het opvangcentrum. Ik sliep dan ook regelmatig samen met een van de verzorgsters, Eni, op 1 kamer. Met het licht aan. Want ze was bang in het donker. Elke dag kookte een van de verzorgers of we haalden wat te eten op de lokale markt. Ik voelde me al snel helemaal thuis.

Huilen, gieren, brullen

Project Borneo Orang-Oetans Deel 1 (5) | Rowena Goes Ape

>> Op weg naar Tembak (© Rowena Goes Ape)

De komende weken neem ik je in diverse blogs mee op mijn avontuur. Want naast hard werken was het één groot avontuur.

Geen geasfalteerde wegen – wat elke ritje met een beetje regen door de modderstromen drie keer langer deed duren. Dagenlang geen stroom, geen douche, geen toilet.

Maar het was ook een rollercoaster van emoties.

Gevangen wilde dieren in winkels, woningen en garages. Palmolieplantages tot aan de horizon en alle desastreuze gevolgen van die plantages voor de lokale bevolking en de dieren. En de jonge Orang-Oetans, niet te vergeten. Die, zonder moeder, worden verzorgd en opgeleid door mensen om straks te kunnen overleven in het regenwoud. Mensen die dit met hart en ziel doen en er alles voor opzij zetten.

Project Borneo Orang-Oetans Deel 1 (9) | Rowena Goes Ape
>> Onderweg door alleen maar palmolieplantages (© Rowena Goes Ape)

Maar het meest schokkende is misschien wel dat ik in al die tijd geen regenwoud of dier in het wild heb gezien. Er is nog wel regenwoud, maar daar moet je nu wel een heel eind voor reizen. En dat in het land wat ooit geheel bedekt was met tropisch regenwoud.

Maar er waren gelukkig ook hilarische momenten en we hebben veel en hard gelachen.

Volgende keer: project enrichment

Wil je ons werk ondersteunen?

Met uitsterven bedreigde dieren helpen en verzorgen en dan vooral primaten is mijn passie. De problematiek is enorm maar ik geloof er heilig in dat ook kleine beetjes zullen helpen. Als steeds meer mensen een beetje doen zal dat bijdragen aan een iets betere wereld met daarin een veilige plek voor wilde dieren en daarmee ook voor de mens. Dus draag ik ook mijn steentje bij, ik kan niet anders. Door teBloggen, mijn avonturen op Social Media te posten en Fondsen te werven. Maar zeker ook door als vrijwilliger de handen uit de mouwen te steken en letterlijk geredde en getraumatiseerde dieren te verzorgen in allerlei Rescue Centers zowel in Nederland als daar buiten.

Zou je me willen steunen met een donatie klik dan  HIER. Dank!